Babyzwemmen 1:
Na een drukke werkweek is er niets leuker dan wat snoezelen met je kleintje. Tijdens het babyzwemmen leert je kind spelenderwijs
omgaan met water. Zingen, water druppelen op het hoofdje, ontspannen drijven, trappelen met de voetjes, met het hoofd onder water… Je baby is druk bezig met bewegen: goed voor de fysieke ontwikkeling en de motoriek. Het heeft een positieve invloed op de hart- en bloedvaten van je baby. Het verkleint de kans op infecties. Het bevordert zijn motorische ontwikkeling, coördinatie en waarneming. Je baby ontwikkelt een beter evenwicht en leert beter grijpen. Er wordt gewerkt met Mambobabyfloats. In deze banden, die rond de nek van de baby worden aangebracht kan je baby heerlijk comfortabel liggen, de armpjes bewegen, peddelen, kortom lekker genieten van het water, 100% veilig! Zelfs zonder dat mama of baby hem of haar vasthoudt. De reflexen van oa het trappelen met de benen worden zo langer vastgehouden bij de baby en worden een automatisme.
De temperatuur van het water is ongeveer 32 graden.
Babyzwemmen 2:
De kinderen blijven druk bezig met bewegen en dit is goed voor de fysieke ontwikkeling en de motoriek. Er wordt veel gewerkt aan het bevorderen van het evenwicht, het zich volledig één voelen met het water, genieten van bewegen in het water en de relatie tussen ouder en kind wordt echt bevorderd.
Deed u al eens babyzwemmen 1? Dan wordt er hierop verder gebouwd en gedifferentieerd in moeilijkheidsgraad.
De temperatuur van het water is ongeveer 32 graden.
Er wordt gewerkt met aantrekkelijke materialen zoals noodles, plankjes, drijfmaterialen, ballen, matten, hoepels enzovoort om de lessen zo gevarieerd mogelijk te maken.
Leeftijd
Lees verder
Bij peuterzwemmen raakt je kind spelenderwijs bekend met zwemmen. Het is nog geen echte zwemles, want je peuter krijgt nog geen les in officiële zwemslagen. Bovendien doe je als ouder mee, wat bij watergewenning niet het geval is.
Peuterzwemmen is vooral bedoeld om jonge kinderen vertrouwd te maken met het water. Dat noem je ‘watervrij maken’. Hierbij leert je kind dat water leuk is, in plaats van eng. Er wordt geoefend op kopje ondergaan en je kind leert wennen aan de weerstand van het water.
Daarnaast wordt aandacht besteed aan simpele technieken, zoals op de rug en buik drijven en bellen blazen onder water.
Het water is ongeveer 32 graden zodat de kinderen niet afkoelen.
Elk kind moet wennen aan de specifieke context van het zwembad: veel mensen, lawaai… Tijdens deze lessen zal de lesgever je kind ook laten wennen aan de zwembadcontext en het water: niet lopen in het zwembad (gladde vloeren), water in de mond, neus of oren, specifieke eigenschappen van het water zélf (opwaartse druk, dichtheid…).
Deze nieuwe omgeving leidt aanvankelijk soms tot angst en onzekerheid. Sommige kinderen hebben hier geen last van en zijn vanaf de eerste minuut echte waterratjes, bij anderen kan het wat langer duren voor het kind zich comfortabel voelt. Een onaangename ervaring uit het verleden, zoals een onverwachtse onderdompeling, kan bijdragen tot angst. Preventie is hier het sleutelbegrip, maar geen nood: onze lesgevers zijn voldoende bekwaam en ervaren om het vertrouwen van uw kind weer helemaal te herstellen.
Bovendien is de quality-time met je kind enorm groot. Samen genieten in het water, alvorens de stap te zetten om het kind ‘alleen’ te laten gaan naar de lessen watergewenning.(na peuterzwemmen 2)
Leeftijd
Peuterzwemmen 1 en 2 : vanaf 2 jaar tot wanneer nodig
Lees verder
Watergewenning 1:
Vanaf 2,5 jaar als kinderen er klaar voor zijn om zonder ouder naar de les te komen.
Aan de hand van leerrijke oefeningen leert uw kind niet alleen hun angst voor water te overwinnen maar ook al heel wat zwemvaardigheden. Ze verplaatsen zich al drijvend, maken de grootste luchtbellen en wennen aan de weerstand van het water.
De kinderen zitten in het water op de trapjes en spatten zichzelf nat, springen op en neer in het water, blazen belletjes, springen van de rand met hulp van de leerkracht, oefenen met plankje en noodle het drijven, leren door het water stappen naar een drijvend voorwerp en kruipen als een krokodil op de trapjes.
Watergewenning 2:
Voor alle kinderen vanaf 2.5 jaar die reeds in het bezit zijn van een ISB eendjesbrevet of de vaardigheden hebben die eraan verbonden zijn door ervaring.
Volgende zwemvaardigheden worden ingeoefend: onder water door een hoepel kruipen, van de rand springen vanop de kant aan één hand, zich door het diepe water verplaatsen als een aapje aan de kant, met het hoofd onder water gaan, drijven als een ster op de rug (hoofd ondersteund), een drijvend voorwerp stuwen naar de overkant.
Leeftijd
Brevetten
Lees verder
Voorbereidend zwemmen 1
Tijdens deze lessen tilt jouw kind zijn/haar zwemniveau naar een hoger level. Zo leren ze nóg beter drijven op de rug en buik, springen ze van de rand het zwembad in (én klauteren ze er weer uit) en gaan ze dieper onder water. De brevetten draaien volledig rond coördinatie, evenwicht en verplaatsing in het water, dus aan uitdagingen geen gebrek!
Volgende zwemvaardigheden worden ingeoefend: afdalen naar de bodem langs een stok, springen vanop de kant in het water en er weer uitkomen, 3 seconden drijven als een ster op de buik, 3 voorwerpen van de bodem halen, 3 seconden op de buik glijden met een plankje.
Voorbereidend zwemmen 2
De kinderen worden helemaal klaargestoomd om de overstap naar het diepe bad te maken, oefenen reeds beenbeweging schoolslag.
Deze zwemreeks is best wel pittig voor de kinderen want hier wordt er gewerkt aan twee ISB brevetten. De voorbereidende fase is in de nieuwe leerlijn veel belangrijker omdat er heel wat zwemvaardigheden moeten verworven worden alvorens aan het “echte” zwemmen te beginnen. We oefenen het brevet ‘ Zeehond ‘ : Inspringen in het water waar het kind nog nét kan staan, en zelf uit het water klimmen, drijven als een plank 3 seconden op de rug (met drijfhulp), 3 meter afleggen op de buik met 1 arm aan een plankje, 3 meter afleggen op de rug (met drijfhulp), afstoten in buiklig en als een pijl door een poortje glijden, 10 seconden watertrappen (met drijfhulp). Ook het brevet ‘ Waterschilpad wordt ingeoefend: Inspringen in het water, een voorwerp op van de bodem halen en uit het water komen, drijven als een ster 3 seconden op de buik en 3 seconden op de rug, een afstand afleggen van 3 meter in buiklig, een afstand afleggen van 3 meter in ruglig, als een vuurtoren in het water draaien door te watertrappen, in het diepe bad springen zonder hulp. Er wordt met de kinderen ook al naar het diepe bad gegaan waar er geoefend wordt op drijven met een plank en noodle, de beenbeweging schoolslag ingeoefend wordt en nog zoveel meer. Heel veel werk aan de winkel dus in deze lessen. |
|
Leeftijd
Peuterzwemmen 1 en 2 : vanaf 2 jaar tot wanneer nodig
Brevetten
Lees verder
Na de belangrijke fase van het voorbereidend zwemmen kan een kind starten aan de lessen instructie 1A. Hier wordt de schoolslagbeweging aangeleerd. Het kind krijgt een zwemgordel om met 4 blokken.
Er wordt gestart met het oefenen van de beenbeweging, tot die technisch gezien helemaal perfect zit. We combineren het aanleren van een technisch mooie zwembeweging met de einddoelen van de nieuwe leerlijn van het zwemmen waar zwemvaardigheden aanleren heel belangrijk is.
Zo leren we ons nog beter te oriënteren in het water door bijvoorbeeld door een hoepel onder water te zwemmen, leren we ons draaien van buik- naar ruglig, springen we zonder hulp in het diepe gedeelte van het zwembad. Dit oefenen we op een speelse manier en maken we gebruik van leuke zwemattributen.
Als de beenbeweging al goed verworven is, is het nu tijd voor het aanleren van de armbeweging schoolslag. Deze twee leren we dan combineren in instructie 1B.
Ook de combinatietest komt aan bod: Inspringen in diep water, 5 seconden drijven als een ster op de buik,6 meter verplaatsen in buiklig,al zwemmend op de rug draaien, 6 meter verplaatsen in ruglig en op de kant klimmen.
Leeftijd
Brevetten
Lees verder
Als de been- en armbeweging goed verworven is, is het tijd om de ademhaling eraan te koppelen. Een aquatische ademhaling is niet gemakkelijk voor jonge kinderen maar zwemmen met het hoofd boven water is helemaal uit den boze.
In de Instructie 2-groep verfijnt je zoon/dochter de coördinatie van schoolslag en wordt er gewerkt aan verticale rotaties en verplaatsingen op de rug. Ze leren ook een correcte ademhaling te hanteren en trainen het uithoudingsvermogen.
Ik kan met een oppervlakteduik door een hoepel zwemmen
De volgende combinatietest wordt ingeoefend:
Inspringen in diep water, 12 meter voortbewegen in buiklig (met arm- en beenbeweging), draaien als een vuurtoren, 12 meter voortbewegen in ruglig (met arm- en beenbeweging), op de kant opduwen en uit het zwembad klimmen.
Instructie 2 goed doorlopen? Je kind ontvangt een otterbrevet en/of een haaienbrevet!
Slaagt je kind erin om de afstandsbrevet van 25m. te behalen ? Dan gaat hij/zij over naar Zwembadveilig.
Leeftijd
Van 5 jaar (of vroeger na ons advies vanuit vorige lessenreeks) tot de brevet van 25 m schoolslag behaald is.
Brevetten
Lees verder
Voor de kinderen die alle instructieniveaus schoolslag vlotjes doorliepen en dus hun ISB brevet “25 m schoolslag” met aquatische ademhaling behaald hebben.
We verbeteren er de basiszwemvaardigheden en bezorgen het kind een optimaler veiligheidsgevoel.
We streven naar 50 meter schoolslagzwemmen met de volgende vaardigheden in het water:
1ste lengte in buiklig:
Met 2 voeten afstoten van de muur en gestrekt pijlen, met een oppervlakteduik een ring opduiken,10 meter zwemmen en ter plaatse 3 keer traag en 3 keer snel aquatisch ademhalen. Vervolgens 10 meter zwemmen met tussendoor kip aan het spit en ter plaatse 10 seconden watertrappen.
2e lengte in ruglig:
Kip aan het spit uitvoeren, 10 meter zwemmen met alleen beenbeweging, 10 seconden drijven als een ster, 10 meter zwemmen met alleen armbeweging
Zwembadveilig goed doorlopen? Je kind ontvangt het ISB Brevet “Orka” (zwembadveilig 50 meter – eindtermen onderwijs) en gaat over naar vervolmaking schoolslag.
Leeftijd
Van 5 jaar tot …(enkel voor kinderen die al 25 m brevet hebben)
Brevetten
Zwembadveilig goed doorlopen? Je kind ontvangt een orkabrevet (zwembadveilig 50 meter – eindtermen onderwijs) en gaat over naar Vervolmaking Schoolslag.
Lees verder
Voor de kinderen die de zwembadveiliggroep hebben doorlopen is er vervolmaking schoolslag.
In deze leerlijn leren ze nog beter de volledige techniek van de schoolslag te beheersen én bouwen ze afstand op.
Als de kinderen 100 m schoolslag behaald hebben krijgen ze de mogelijkheid om over te gaan naar ‘rugcrawl’. Dit is echter geen verplichting. Er zijn kinderen die liever in de vervolmaking schoolslag blijven en dat kan tot een afstandsbrevet van 1500m.
Dit wordt besproken op het einde van de lessenreeks.
Leeftijd
Van 7 jaar tot …(of na advies van ons na het volbrengen van de lessenreeks zwembadveilig)
Brevetten
Lees verder
Rugcrawl
Kinderen die 100m schoolslag behaalden, kunnen ervoor kiezen om te starten in rugcrawl.
We starten aan deze lessenreeks met zwemvliezen die meegebracht worden door het kind zelf, en graag voorzien van de naam. Het meest aan te raden zijn korte zwemvliezen om mee te starten.
We starten eerst met rugcrawl en brengen de techniek van armen en benen aan. Nadien volgt de coördinatie van de twee en wordt de ademhaling goed ingeoefend.
Best moeilijk want dit is weer een nieuwe zwemstijl, het lijkt wel beginnen vanop nul. Gelukkig zijn de zwemmers dan al erg zwemvaardig en leren ze gemakkelijk bij.
Toch blijven we, o.a. bij de opwarming, oefenen op schoolslag.
Daarnaast worden ook de afstanden verder opgebouwd én leren ze duiken o.a. vanop de startblokken.
We blijven in deze groep tot we 100 m rugcrawl vlot kunnen zwemmen. Dan kan het kind overgaan naar borstcrawl.
Borstcrawl
We onderscheiden in dit niveau twee niveaus: Borstcrawl aanvang en borstcrawl plus.
Borstcrawl aanvang:
Als een kind voldoende schoolslag kan zwemmen (minstens 100 m ) en rugcrawl (minstens 100 m) kan het overgaan naar borstcrawl.
We brengen de techniek van armen en benen aan.
Borstcrawl plus:
Na het aanleren van armen en benen volgt de coördinatie van de twee en wordt de ademhaling goed ingeoefend.
Toch blijven we, o.a. bij de opwarming, oefenen op schoolslag en rugcrawl.
Daarnaast worden ook de afstanden verder opgebouwd én leren ze duiken o.a. vanop de startblokken.
We blijven in deze groep tot we 100 m borstcrawl vlot kunnen zwemmen. Dan kan het kind overgaan naar Survival – en Trimzwemmen.
Leeftijd
Van 7 jaar tot …(of na ons advies vanuit een vorige lessenreeks)
Brevetten
Lees verder
Als een kind 100 m schoolslag, 100 m rug- en borstcrawl behaald heeft mag het starten in Survival- en Trimzwemmen.
Hier wordt volop ingezet op het afleggen van afstanden, volgens de eigen keuze van het kind (van 200 m tot 1500 m schoolslag/rug-of borstcrawl.
We trainen om het ISB brevet ‘ Waterveilig’ en ‘Waterveiligplus’ te halen. Dit doen we met kledij aan over ons zwempak of over onze zwembroek. Hier enkele zaken die aan bod komen:
Na een achterwaartse val 5 meter onder water zwemmen, gevolgd door zwemmen in buiklig, 10 seconden wuiven met 1 hand, gevolgd door 25m zwemmen in ruglig, een koprol voorwaarts uitvoeren, gevolgd door zwemmen in buiklig.
We zetten in op het reddend zwemmen en oefenen volgende vaardigheden:
Met een reddersprong in het diepe water gaan gevolgd door 50 meter zwemmen in losse kledij met het hoofd boven water, 10 meter onder water zwemmen door een hindernissenparcours gevolgd door 15 meter op de rug zwemmen met polsen boven water, een persoon op een drijvend voorwerp redden.
We spelen dat we gekwetst geraken in het zwembad en redden onszelf uit het water.
We leren duiken in het diepe water en na 15 meter onder water zwemmen trachten we een voorwerp op te duiken in het ondiepe water gevolgd door 10 meter op de rug te zwemmen met het voorwerp en de polsen boven water.
Leeftijd
Van 8 jaar tot 18 jaar (of na ons advies vanuit een vorige lessenreeks)
Brevetten
Lees verder